Drieluik

Drie mooie heldere foto’s bij elkaar. Op de middelste valt het oog het eerst. Een kolentender, van boven af gezien. Je ziet de kolen liggen. Normaal gesproken zie je dat natuurlijk niet. De wagen is te hoog, te breed, te groot. Maar vanuit dit perspectief lijkt hij ineen innemelijk klein. Vroeger kon hij er niet inkijken

De rechter foto van het drieluik laat de rails zien, van heel dichtbij, alsof je gezicht op de grond ligt. De kleuren zijn bruin, grind-grijs, bielzenzwart, niet echt vrolijke kleuren maar ze zijn mooi weergegeven. Hoogglans, verfrissend bruin.
De rails liggen recht voor je, uitnodigend om zo de wereld in te stappen. Zijn wereld, zijn toekomst die voor hem lag voor dat vreselijke ongeluk.

De linker foto toont een wissel, een kruising in het spoor, net als in zijn leven.

Tijdens een beschieting werd zijn vader, machinist op de mooiste locomotief met de grootste kolentender, dodelijk getroffen. Niet eens door vijandelijk vuur. Het was een vergissing.

Die foute wissel heeft hem op een ander spoor gezet. Van een gelukkige kindertijd plompverloren naar een brute pubertijd vol oorlog en onbegrip. Opgepakt, te werk gesteld, de gruwelen van het kamp. De trein naar Bergen-Belsen. Na zijn thuiskomst wilde en kon hij er niet over praten. Hij ontmoette zijn grote liefde, trouwde en kreeg kindertjes. Hij leerde ze rechtvaardigheid, nooit meer oorlog, daar stond hij voor. Een generatie zonder oorlog, zou dat kunnen?

Zijn kleinzoon vertrekt straks naar Afghanistan.