zoon fotografeert

Heldere ogen kijken afwezig in de lens.
Handen op elkaar tegen het schuin gehouden hoofd.
De ring uit lang vervlogen tijden schittert aan haar vinger.
Pijnlijk zoete herinneringen, voor hem eeuwig geheim gehouden,
plooien een glimlach rond de smalle lippen in het verweerde gezicht.

‘Straks als jij weer weg bent,
de zuster is geweest,
gaat mijn dromen weer verder.

Hoe het had kunnen zijn,
als hij dat toen had geweten.

Mijn god, wat lijk jij op jouw vader’.